"Ik kan optellen en aftrekken met helen en breuken en de uitkomst vereenvoudigen."
Maak de noemer in de uitkomst zo eenvoudig (klein) mogelijk! Haal ook de helen eruit.
"Ik kan optellen en aftrekken met helen en breuken en de uitkomst vereenvoudigen."
Maak de noemer in de uitkomst zo eenvoudig (klein) mogelijk! Haal ook de helen eruit.